Tai Chi (Volledig Tai Chi Chuan太极拳) is een Chinese bewegingsleer gebaseerd op bewegingen uit de Chinese gevechtskunsten. De techniek benadrukt de ontwikkeling van de hele persoon en werkt zowel in op de geest als op het lichaam. In China wordt deze dagelijks door miljoenen mensen beoefend in parken, op straat en in scholen.
Letterlijk wil Tai Chi Quan zeggen “Ultieme Verheven Vuist”. De technieken zijn ontwikkeld in de 14e – 15e eeuw tijdens de Ming Dynastie.
Er bestaan tientallen verschillende vormen van Tai Chi waarbij sommige ook hulpmiddelen – zoals waaiers, “zwaarden” en dergelijke – gebruiken.
In de westerse wereld zijn de oefeningen gericht op uiterlijke bewegingen en het ontwikkelen van het fysieke lichaam.
Yun FENG, erkende Eufom acupuncturiste, past de “24 vorm” toe welke bestaat uit, zoals de naam al zegt, 24 verschillende vereenvoudigde bewegingen.
De techniek benadrukt de ontwikkeling van de hele persoon. Het systeem is gebaseerd op de Yin-Yang filosofie, d.w.z. dat er steeds twee tegenovergestelde aspecten of krachten aanwezig moeten zijn die in een dynamisch evenwicht elkaar voortdurend afstoten en aantrekken.
In de toepassing van Taichi Quan betekent dit dat we altijd een evenwicht moeten creëren tussen ontspannen en strekken. In de eerste plaats is het belangrijk om met de basis te beginnen. We werken met gebogen benen en hierdoor worden de beenspieren bewerkt. Na een tijd oefenen, worden de benen soepeler wat een betere aarding tot gevolg heeft en ook de rug en de nek worden beter ondersteund.
Taichi Quan is een heel diepgaande gezondheidstechniek. Ze wordt maar begrepen door regelmatig te oefenen en de basisprincipes van Yin en Yang stap voor stap toe te passen.
Jong en oud kunnen deze techniek toepassen om een beter evenwicht tussen lichaam en geest te bewerkstelligen en tevens alerter te worden in het dagelijkse leven.
Tai Chi wordt onder andere toegepast als gezondheidstherapie waarbij de klemtoon ligt op het voorkomen. Ook is Tai Chi uitermate geschikt om te leren ontspannen en tegelijk het lichaam soepel te houden. In de eerste plaats is het belangrijk om met de basis te beginnen. We werken met licht gebogen benen en hierdoor worden de beenspieren bewerkt. Na een tijd van oefenen, worden de benen soepeler en sterker, wat een betere aarding tot gevolg heeft waardoor ook de rug en de nek beter ondersteund worden. Door voortdurend op de juiste manier te stretchen, gaat de doorstroming van bloed en energie in het hele lichaam verbeteren.
Op aanvraag kan FENG Yun een op maat gemaakte workshop geven op een door u geselecteerde lokatie.
Hieronder een impressie van een workshop gegeven tijdens de week van de pijn 2012 in het H. Hart ziekenhuis in Lier.
(Klik op de foto voor een groter beeld)
Onlangs deed het Onderzoekinstituut voor de Sportgeneeskunde in Peking een aantal onderzoeken naar de medische betekenis van het Tai-Ji-Quan. Daaraan namen 88 mensen deel tussen de leeftijd van 50 tot 89 jaar van wie 32 personen een Tai-ji-Quan ervaring hadden van vele jaren terwijl de resterende personen dat helemaal niet hadden. Aan de hand van de resultaten bleek dat degenen met Tai-Ji-Quan ervaring wat betreft constitutie, hartslag, bloedsomloop, ademhaling, stofwisseling en opbouw van het skelet in een veel betere conditie verkeerden dan de anderen.
De verschillende invloeden van het Tai-Ji-Quan op deze lichaamfuncties worden nu afzonderlijk beschreven.
Invloeden op het zenuwstelsel
Zoals bekend regelt en dirigeert het centrale zenuwstelsel de individuele bewegingspatronen, de coordinatie van diverse bewegingen en de evenwichtsfunctie. Maar ook andere lichaamsfuncties van het organisme van de mens worden gestuurd, bijvoorbeeld door stimulatie of prikkeling van de grote hersenschors. Het centrale zenuwstelsel is het centrale orgaan voor het regelen en coordineren van de diverse functies van de verschillende inwendige organen. Nog een ander punt is dat de mens via zijn zintuigen de omgeving en de veranderingen daarin waarneemt en zich daarbij dan aanpast door regulaties via reflectorische reacties van het zenuwstelsel.
Bij het beoefenen van Tai-Ji-Quan wordt grote waarde gehecht aan “een rustig hart en het zich laten leiden door de wil”. Dat wil zeggen dat men kalm en rustig moet zijn en men de bewegingen moet uitvoeren met grote, mentale aandacht. Voert men de bewegingen bewust en weloverwogen uit dan kunnen storende factoren-zoals gedachten die iemand in de war brengen – vermeden worden. Dan worden de activiteiten van de grote hersenen hoofdzakelijk geconcentreerd op de motorische central in de grote hersenschors, dus op een klein gebied. De activiteiten in de overige gebieden van de grote hersenschors worden voor een groot deel geremd. Op deze wijze kan men zich, terwijl men toch lichamelijk zeer actief is, ontspannen en zijn vermoeidheid weer snel de baas worden. Gelijktijdig wordt het concentratievermogen door een bewust sturen en een volledige aandacht voor de uitvorring en de coordinatie van de Tai-Ji bewegingspatronen getraind en op een hoger peil gebracht.
Het beoefenen van Tai-ji-Quan bevordert aldus de coordinatie van de bewegingen van de verschillende lichaamsdelen en organen zoals de armen, de romp, de benen en de ogen. De afzonderlijke bewegingen moeten vloeiend met elkaar verbonden worden. Veel figuren zijn opgebouwd uit verschillende, zeer gecompliceerde bewegingen en het uitvoeren daarvan vraagt dan ook om een grote vaardigheid wat coordinatie en het bewaren van het evenwicht betreft, maar dit alles leidt wel tot een betere regulatie van de functies van de verschillende organen en andere lichaamsonderdelen.
Tai-Ji-Quan is een lichaamsoefening waardoor men zich beter gaat voelen. Het maakt daarbij niet uit of men de hele oefening doet of alleen maar enkele onderdelen daarvan oefent. Want men voelt zich altijd na zulke oefeningen zowel lichamelijk als geestelijk ontspannen. Bovendien worden de lichamelijke en geestelijke reactievermogens ermee opgevoerd. De beoefenaar verkrijgt op die manier een bijna sprankelende fitheid.
Het psychisch zich beter voelen heeft ook een bijzonder positieve uitwerking op de algemene fysiologische gesteldheid van het hele organisme. Talrijke onderzoeken en proeven hebben aangetoond dat een opgewerkte stemming bijzonder positief uitwerkt op de verschillende fysiologische processen in het lichaam zoals de stofwisseling, bloedsomloop en dergelijke. Ook mensen met chronische ziekten krijgen op die manier een meer positieve instelling en dat bevordert weer hun actieve deelname aan de therapie en maakt de bereidheid groter om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen. In het algemeen komt dat neer op een grotere kans te genezen of althans een flinke conditieverbetering.
Invloeden op de ademhaling
Iedereen kan bij zichzelf vaststellen dat men moeilijker of zelfs nauwelijks kan ademhalen als de borst, de rug, de schouders of armen gespannen zijn. De mate waarin dit optreedt is omgekeerd evenredig aan de grootte van de spanningsdruk.
Bij Tai-Ji-Quan is een bepaalde lichaamshouding voorgeschreven die bestaat uit los afhangende schouders, opgeheven hoofd, bovenlichaam in een natuurlijke stand rechtop, ontspannen borst en het richten van het bewustzijn op het Dan-Tian in de buik. De ademhalingstechniek die daarbij doorgaans toegepast word is de ademhaling via het middenrif(buikademhaling). Hierbij moet men, onverschillig welke techniek men precies toepast, in elk geval diep, rustig, gelijkmatig en langzaam ademhalen en dat moet in harmonie zijn met de bewegingen die men op dat moment uitvoert.
Deze typische lichaamshouding, deze bewust manier van ademhalen, samen met de rustgevende bewegingen vol harmonie van het Tai-Ji-Quan vehogen de elasticiteit van borst en longweefsel en dat verhoogt en verbetert heel duidelijk de longcapaciteit. Is men enige tijd met Tai-Ji-Quan bezig dan gaat de ademhalingsfrequentie omlaag, de longcapaciteit en na een lichamlijke inspanning is men lang niet zo snel kortademing als eerst.
Invloeden op de bloedsomloop
Via de uitwerking op het zenuwstelsel en door de middenrifademhaling heet Tai-Ji-Quan ook een positief effect op de bloedsomloop. Door de betere regulerende invloed op het zenuwstelsel, vooral ook wat betreft de grote hersenschors en de nervus vagus wordt de bloedtoevoer naar het hart verbeterd en kan het hart krachtiger contraheren, waardoor ook de hartcapaciteit en de heamodynamiek van de bloedsomloop vergroot wordt.
Gelijktijdig leidt de middenrifademhaling tot een constante verandering van druk in de buikholte. Als de druk in de buikholte toeneemt kan het bloed in de aderen beter terugvloeien in de rechter hartkamer en terwijl de druk vermindert kan het bloed in de hartslagader vanuit de linker hartkamer beter via de aorta terugstromen in de bloedsomloop. Dit bevordert de bloedsomloop en daar komt nog bij dat door het beoefenen van Tai-Ji-Quan de vaatwanden elastischer worden en wanneer dan de spieren en gewrichten enigszins belast worden ondergaat men een gevoel van algemene lichamelijke en geestelijke ontspanning. Daarbij gaat de bloeddruk omlaag en wordt de lymfecirculatie versneld. Door dit alles wordt het hart enorm ontlast. Daarom functioneert het hart van mensen die een Tai-Ji ervaring van vele jaren hebben veel beter dan dat van mensen zonder die ervaring. Bovendien hebben zij minder last van hypertonie(hoge bloeddruk) en arteriosclerose(aderverkalking)
Invloeden op de sprijsvertering
De activering en regulering van het centrale en vegetatieve zenuwstelsel door Tai-Ji-Chuan zorgt er onder meer ook voor dat de spijsvertering beter functioneert. De peristaltiek(darmbewegingen), de secretie(de afscheiding van maag- en darmsappen) en de resorptie(opnamenmogelijkheden) van het slijmvlier van de dunne en dikke darm worden daardoor in positieve zin beinvloed. Bovendien gaat van de middenrifademhaling een mechanische stimulatie(als een soort “zelfmassage”) uit op het spijsverteringskanaal. Tegelijkertijd verbetert de bloedsomloop in de verschillende inwendige organen en dit heeft ook weer een positief effect op de sprijsvertering.
Om al deze redenen is Tai-Ji-Quan een uitstekend hulpmiddel voor het voorkomen en behandelen van al die gavallen waarin sprake is van een niet goed functioneren van de spijsvertering zoals het hebben van een opgeblazen gevoel, malabsorptie(problemen bij de opmame in het bloed van voedingsstoffen via de darmvlokken) en obstipatie(verstopping).
Invloeden op de stofwisseling
Momenteel zijn er nog maar weinig resultaten bekend over de invloed van Tai-Ji-Quan op de stofwisseling. Maar op basis van klinische observaties kan men met vrij grote stellingheid beweren dat de opname in het lichaam van vetten, eiwitten, koolhydraten, kalium en fosfaat gunstig beinvloed wordt door Tai-Ji-Quan. Net zoals dat bij de spijsvertering het geval is speelt ook hier de positieve invloed op het centrale zenuwstelsel met daardoor een beter functioneren van de verschillende organen een belangrijke rol. Daar komt nog bij dat de ademhaling via het middenrif de doorbloeding en het functioneren van organen als lever, nieren en bijnieren verbetert. Ten slotte draagt de grotere lichamelijke activitiet, opgeroepen door de harmonieuze Tai-Ji-Quan bewegingen, bij aan een verbetering van de stofwisselingsfunctie in het algemeen.
Is men enkele maanden met Tai-Ji-Quan bezig dan bemerkt men al een duidelijke vermindering van de concentratie van globulinen en cholesterol in het bloed en een gelijktijdige verhoging van de eiwitconcentratie. Ook dit kan zeer zeker gezien worden als een voordeel bij de behandeling en het voorkomen van arteriosclerose.
Invloeden op de bewegingsorganen
Als en Tai-Ji-Quan beoefent gaat men de wervelkolom rechtop houden, het bekken gaat enigszins voorover en omhoog waardoor de lendenwervels min of meer loodrecht op het heiligbeen komen te staan. Een groot aantal Tai-Ji-Quan bewegingen worden ingezet vanuit de heupen waarbij de wervelkolom dan meegenomen wordt.
Deze bijzondere stand van de wervelkolom en de aard en manier van bewegen werken positief op de wervelkolom en daarom hebben degenen die Tai-Ji-Quan al geruime tijd beoefenen vaak weinig last van vervormingen van de wervelkolom. Hierbij is te denken aan kwalen zoals lordose(holle rug), scoliose(zijwaarstse kromming) of kyfose(achterwaartse kromming) of een wegens ouderdom ontstane rug.
Een ander typisch kenmerk van Tai-Ji-Quan, namelijk de vloeiend uitgevoerde, niet hoekige bewegingen, is dat een groot aantal spieren daardoor geactiveerd worden en wel in die zin dat deze spieren, zonder dat ze te veel belast worden, steeds sterker, soepeler en elastischer worden en blijven.
De op deze wijze geactiveerde spieren oefenen ook een gunstig effect uit op het beendergestel omdat de bloedtoevoer naar de beenderen verbeterd c.q. gestimuleerd wordt, en dit gunstige effect wordt nog eens versterkt door de reeds gememoreerde verbeteringen in de spijsvertering en de stofwisseling. Het beendergestel wordt ook steviger omdat de botten meer kalk opnemen.
De gewrichten met de aangehechte spieren en banden worden door de typische Tai-Ji-Quan bewegingen optimaal getraind en worden of blijven daardoor stevig, maar tegelijkertijd ook elastisch en soepel.
Tai-Ji-Quan als meditatie
Door te mediteren probeert men in een toestand te geraken waarin men zo mogelijk geheel vrij van gedachten is. In deze toestand van vredige rust en een volledig gedachtenloos zijn tracht men tot een nieuwe, geestelijke creatieve prestatie te komen door het eigen innerlijk aandachtig te beschouwen. Dan staat de weg open naar een ruimer bewustzijn, diepere gedachten en klare intuitie.
Het streven om in een toestand te komen waarin men zoveel mogelijk vrij van gedachten is kan gezien worden als een gedachten-proces. Deze paradox komt overeen met de Yin-Yang pricipes van de Taoistische filosofie: de toestand van gedachtenloosheid is het Yin(passief principe) en het actieve gedachtenproces is Yang(actief principe). Het Yin en Yang zijn afhankelijk van elkaar, maar de mate waarin is afhankelijk van het moment op zich. In Yin is ook altijd iets aanwezig van Yang. Zelfs in een toestand van verdiepte rust en meditatie (Yin) moet men onder andere bewust de eigen adamhaling blijven regelen en men moet ook alle aandacht concentreren op het afdalen van het Qi in het Dan-Tian(Yang). Anderzijds omvat Yang ook altijd iets van Yin(Yang). Om de genoemde activiteiten zinvol uit te kunnen voeren(Yang), heeft men rust en kalmte nodig(Yin).
Zo gauw als men van deze principes afstapt is er geen leven meer. Eveneens kan men nauwelijks het denken verbieden zolang er leven is. Gedachten komen altijd op, bewust of onbewust. Wil men om te kunnen mediteren een toestand bereiken waarin men relatief vrij van gedachten, is dan zal men eerst moeten aanvaarden dat men nooit helemaal zonder gedachten is.Maar pas wanneer men ruimte schept in het eigen bewustzijn zullen die gedachten niet meer storend zijn en vaak verdwijnen ze dan vanzelf.
Het effect van Tai-Ji-Quan als middel om te mediteren ligt vooral daarin dat iemand die in volle concentratie de Tai-Ji-Quan oefeningen doet en daarbij dus de ademhaling op de voorgeschreven wijze regelt en ook Qi laat afdalen in het Dan-Tian in het onderlichaam als van zelf de noodzakelijke voorwaarden om te kunnen mediteren vervult, namelijk de uitschakeling van storende factoren die zowel van binnenuit als van buitenaf kunnen komen.
Andere kenmerken van Tai-Ji-Quan zoals het zich losmaken en de ontspannen, rechte lichaamshouding, de ingehouden bewegingen en de juiste wijze om adem te halen zijn even zovele gunstige factoren voor de meditaite. De typische lichaamshouding met gestrekte wervelkolom en licht gebogen knieën, die voor veel beginners heel ongewoon is, is voor het gehele lichaam heel goed. Na een bepaalde aanpassingsperiode voelt men zich veel meer ontspannen. Het wat losser worden van de gewrichten en de spieren, kortom het minder gespannen zijn van het hele lichaam, samen met een goede ademhalingstechniek en dit alles gecombineerd met soepele bewegingen bezorgen de Tai-Ji-Quan beoefenaar een gevoel van welbehagen dat voor de ziel rustgevend en verkwikkend is. Door deze totale geestelijke en lichamelijke ontspanning bereikt men een toestand van grote harmonie.
uit het boek 柔术
Tai-Ji-Quan wordt ook als “Tai Chi” geschreven